woensdag 30 maart 2011

Zeldzame diersoorten in Afghanistan dreigen te verdwijnen door jacht en smokkel

Urial-bergschapen
De populatie wilde dieren in Afghanistan loopt ernstig gevaar. Het gaat onder meer om het Marco Polo en Urial-schaap en de sneeuwpanter, die geliefd zijn bij jagers en smokkelaars.

Dat meldt het Afghaanse nieuwsagentschap Pajhwok. Volgens het Afghaanse ministerie van Milieu leven de meeste van deze dieren in het Pamir-gebergte van het district Wakhan in de noordoostelijke provincie Badakhshan.

De plaatselijke bevolking jaagt op de dieren om hun vlees, hun hoorns, hun wol en smokkel naar buurlanden zoals Tadzjikistan en Pakistan.

Er zijn 26 vogelsoorten en diersoorten, waaronder het Marco Polo en Urial-bergschaap en de sneeuwpanter, die niet in andere regio’s in Afghanistan voorkomen. Daarom moeten er maatregelen getroffen worden om deze dieren te beschermen.

Het Marco Polo-schaap is de grootste schapensoort ter wereld en kan wel 70 kilo zwaar worden.

Samen met het Urial-schaap leeft het dier voornamelijk in Sargaz in Pamir, een gebied dat aan China, Tadzjikistan en Pakistan grenst, zie de kaart van Afghanistan, en in de districten Kishim en Kuranwa Munjan. Het zijn twee wilde schapensoorten.

Ghulam Nabi, het hoofd van de afdeling milieubescherming, zegt dat elk Marco Polo- schaap 50.000 dollar opbrengt en elke Urial 40.000 dollar. Voor de vacht van een sneeuwpanter kan wel 100.000 dollar gevraagd worden.

Er wordt op de dieren gejaagd en dan brengen smokkelaars ze naar Pakistan en Tadzjikistan, waar buitenlanders vervolgens op ze kunnen schieten. In Afghanistan zijn hun lange hoorns en wol populair.

Jagers beschouwen de hoofden van de bergschapen als jachttrofee.

Er leefden duizenden van deze schapen in de Pamir-bergen, die bekend staan als het dak van de wereld.

Maar strijd tijdens de burgeroorlog in Afghanistan en overbejaging heeft ervoor gezorgd dat de dieren kalmere regio’s in de buurlanden hebben opgezocht.

Nu zijn er nog maar 400 Marco Polo’s en 300 Urial schapen in het gebied.

Het Pamir-gebergte ligt grotendeels in Oost-Tadzjikistan, en verder in Oost-Afghanistan en Noord-Pakistan. Het wordt geflankeerd door de Hindu Kush, Himalaya, Karakoram en Kunlun-gebergtes.

Het hele gebied wordt ook het “dak van de wereld” genoemd, een benaming die vertaald is van “Pamir” en oorspronkelijk alleen daarvoor werd gebruikt.

In de tijd voor de burgeroorlog in Afghanistan, tijdens het koningschap van Zahir Shah, reisden buitenlandse toeristen naar Pamir om op de schapen te jagen.

Elke toerist mocht een schot afvuren. Miste men, dan moest men opnieuw betalen om te mogen vuren.

De plaatselijke bevolking jaagt op de Marco Polo-bergschapen om hun vlees, hoorns en wol.

De gedraaide hoorns van de Marco Polo kunnen wel 150 tot 180 centimeter lang worden. De dieren kunnen lange afstanden rennen en 10 tot 15 meter springen.

Het dier wordt 16 tot 18 jaar oud. Wanneer de hoorns te lang worden kan het geen gras meer eten en sterft.

Het schaap is genoemd naar de Italiaanse ontdekkingsreiziger Marco Polo, die Badakhshan bezocht op weg naar China, en het dier beschreef.

Plaatselijke bestuurders in Badakhshan zeggen dat ze een ban op de jacht op alle bedreigde diersoorten hebben ingesteld, waaronder ook op de vogelsoorten patrijzen en duiven.

Op de jacht op bedreigde dieren staat in Afghanistan een gevangenisstraf van 10 tot 15 jaar.

Zie ook:
Kaart Afghanistan
Sneeuwpanter in Afghanistan ernstig bedreigd